Hertogsmolen

Grote Looiersstraat 4, zijgevel

 

 


Aan de voorstelling is niet veel van een molen te ontdekken. Wat afgebeeld is, zijn de gereedschappen die gebruikt werden voor het brouwen van bier, want de Hertogsmolen was eigendom van de bierbrouwers die in die molen de gerst lieten malen.
We zien een grote mand die men gevuld met specerijen in het biermengsel liet zakken, waarna er met de grote kruiselings afgebeelde stokken in werd geroerd.
 



in 1912 in depot
 


De gevelsteen is afkomstig van de vroegere hertogsmolen, gelegen Achter de Molens/hoek Witmakersstraat, die in 1900 werd afgebroken ter verbreding van de straat.
Deze hertogsmolen, vroeger ook wel molen van St. Servaas genoemd, was in 1122 in eigendom gekomen van het St. Servaaskapittel. Het was de banmolen voor de Brabantse ingezetenen van de stad Maastricht, die daarvan gebruik moesten maken en natuurlijk betalen. Een vorm van belastingheffing dus.
In 1446 werd de molen het eigendom van het brouwersambacht en volgens het chronogram in 1734 herbouwd: MaChIna braXanDIs eXUrgo strUCta farInIs, d.w.z. gebouwd als moutmolen, rijs ik omhoog.

De stad Maastricht kende in verband met de tweeherigheid twee banmolens. Voor de Brabanders de Hertogsmolen, genoemd naar de hertog van Brabant, en voor de Luikenaren de Bisschopsmolen.
Het maalrecht, ook recht van gruit genoemd, werd doorgaans verpacht of door de heer ter leen gegeven. De brouwers mochten het gruit dat nodig was voor de bierbereiding alleen betrekken van de bijbehorende gruithuizen. Dit gruit, vermoedelijk de gagelplant, werd tenslotte vervangen door hop, dat het bier langer houdbaar hield.
Op de steen zijn de brouwersattributen, stuikmand en gaffels, te herkennen. De randversiering bevat enkele letters: R - R - N - R. Dat zijn de initialen van de toenmalige gouverneurs van het bierbrouwersambacht en de "moelemeysters" Reggers, Roos, Nijpels en Rutten.