Ook al ziet hij er uit als een
jachthoorn, in de archieven staat hij vermeld als hoorn en
ook als posthoorn. Deze hoorn is afkomstig van de Kleine Gracht, waar hij in 1952 in de
achterbouw van
nr. 30, ingemetseld in de zijgevel, werd ontdekt. In 1651 was
sprake van "seker huys het horen gelegen op de cleenen gracht".
Later
was dit pand een station van de Koninklijke Paardenposterijen,
vandaar ook die posthoorn. De eenvoudige, sobere uitvoering van de steen duidt op een hoge
ouderdom.
|
|