De Stuers
zag op de Markt 64
behalve de moriaan, die hij beschreef als "borstbeeld van een moor
wiens hoofd met een tulband bedekt is", ook een opschrift: IN DEN
MORIAAN 1784, dat verloren is gegaan. Dat er bij de gichtnamen
naast de moriaan'' ook de kleine moriaan' genoemd wordt, kan
toe te schrijven zijn aan een mogelijke huisdeling. Maar het
ligt meer voor de hand, dat de nabijheid van 'de grote moriaan' op
het marktgedeelte achter het stadhuis daar debet aan was.
|
|