Op die oude foto
zie je echter de steen niet in een achterhuis of achtergevel, maar
uitgebroken te midden van ander bouwmateriaal. Een soort opslagplaats dus? Dat kan op het
binnenterrein schuin achter maar behorend bij nr. 61 zijn geweest,
mogelijk toen bij gebrek aan beter maar als adres genoteerd.
Wat tegen Rechtstraat nr. 61 spreekt is het feit dat dit pand in
de 18e eeuw “de
keizer” werd genoemd en een dobbele sleutel als uithangteken daar
dan ook niet zo op zijn plaats was. De herkomst van de steen
moet dus denkelijk ergens anders gezocht worden.
Menigeen herinnert zich waarschijnlijk nog wel de vroegere
verfhandel Felix in het grote pand Rechtstraat 57-59.
Oorspronkelijk waren dat drie aparte huizen, wat nu nog goed aan
de verspringende dakpartijen te zien is: op nr. 57 “de dobbele
sleutel”, het linker gedeelte met de grote poort en daarnaast “de
vogelzang” en “de geldkist”,samengevoegd tot
nr. 59. Er van uitgaand dat de dobbele sleutel inderdaad
oorspronkelijk is van de Rechtstraat, mag je dus aannemen dat hij
afkomstig is van nr. 57 dat deze naam droeg en bij een verbouwing
in 1730 dus wel moet voorzien zijn van een gevelsteen.
Van beide vind je bewijs in de gichten waar “de dobbele sleutel”
als huisnaam in de Rechtstraat terug te vinden is én het stedelijk register
van (rooi)lijntekking, dat vermeldt dat op “8 juli 1730 linie
getrocken is tot Wyck aan het huis van Godvree, genaemt den
dobbelen Sleutel.” Het cruciale jaartal 1730 van de
herbouwing is ook op de gevelsteen te vinden, al is bij nadere
beschouwing te zien dat dit later om een nog onbekende reden
“aangepast” is door een 8 over de 7 heen te kappen. Het is niet
duidelijk welke gebeurtenis er toe geleid heeft de dobbele sleutel
uit de gevel te verwijderen of het moet de latere constructie van
de grote poort zijn geweest waardoor er te weinig plaats overbleef
voor de steen. Waarschijnlijk is dat rond 1840 gebeurd toen alle
drie de huizen eigendom waren geworden van grutter Lemaire die daar
een graanpellerij en pletterij dreef. Toen zullen ook wel de
gevels van de dobbele sleutel en de vogelzang opnieuw in één stijl
opgetrokken zijn met links een grote poort om verzekerd te zijn
van een goede toegang tot zijn bedrijf. Victor de Stuers
vermeldt de sleutel niet op zijn gevelstenenlijst en hij heeft hem
dus in 1867 niet meer op die plek of elders in
de Rechtstraat gezien. Het mag dan ook een klein wondertje heten
dat de uitgebroken gevelsteen zo lang bewaard is gebleven.
Een dubbele sleutel
kan eveneens een verwijzing zijn naar de H. Petrus. Dezelfde
sleutels zijn b.v. terug te vinden boven diens beeld op het
zijaltaar in de kerk van St.Pieter-beneden. Mogelijk is er een
relatie met Leiden, want de dubbele sleutel is ook in het wapen
van die stad terug te vinden.
|