Afkomstig van Grote
Staat 54, van "De gouden wintmolen". Die behoorde met "de helm" op het
Vrijthof tot de gerenommeerde herbergen in Maastricht. Dit huis,
in 1428 al "de wintmolen" genoemd, staat met een klein molentje
aangegeven op de eerste Maastrichtse plattegrond van 1581. Ook
werd het genoemd bij het proces tegen pater Vinck in 1638. In
de 18e eeuw was de wintmolen de verblijfplaats van de heren
deciseurs, de gedeputeerden van Hunne Mogendheden, wanneer ze om
de twee jaar de stad bezochten om de hangende geschillen af te
handelen. Het was blijkbaar een hotel van standing. Ook Voltaire
en Gagliostro zouden er gelogeerd hebben. Begin negentiende eeuw
was het een soort kruidenierszaak. Cecile De Ceuleneer-Clooten
bewerkte en verkocht in haar "maison enseignée du Moulinet, rue
Grand Staat no. 691" thee, cichorei en vooral tabak. In 1968 werd
het winkelpand danig verbouwd. Daarbij verdween de vakwerkzijgevel
aan de Dominicanergang. De gevelsteen, die mogelijk was voorzien
van het onderschrift AU MOULINET 1748 was toen onderwerp van een
hoop gekrakeel tussen gemeente en Schnabel over de wel of niet
bouwkundige mogelijkheid de steen op de oude plek te herplaatsen.
Dat duurde zo lang dat de steen zonder toestemming en sneaky is
herplaatst in een toevallig in aanbouw zijnde muur in de
Havenstraat, waarmee voorkomen werd dat er ergens anders een gat
gekapt moest worden. En daarmee was blijkbaar iedereen tevreden.
|
|